lessenserie over vier kunstenaars die beroemd zijn geworden met optische illusies. De serie bestaat uit vier lessen en een afsluitende toets. Elke les richt zich op één kunstenaar en omvat hun werk, tijdsvak, locaties van hun werken, interessante feiten en een creatieve opdracht.

Lessenserie: Optische Illusies in Kunst

Doelen van de lessenserie

  • Leerlingen begrijpen de principes van optische illusies in de kunst.
  • Leerlingen leren de werken en context van vier beroemde kunstenaars kennen.
  • Leerlingen ontwikkelen hun analytisch en creatief vermogen door eigen illusies te maken.

Les 1: M.C. Escher (1898-1972)

Belangrijkste werken:

  • Relativiteit (1953)
  • Metamorfose II (1939-1940)
  • Waterval (1961)

Tijdsvak: 20e eeuw, beïnvloed door de Art Nouveau en wiskundige principes.

Waar zijn de werken nu?
Veel werken van Escher worden tentoongesteld in het Escher Museum in Den Haag, Nederland. Andere werken bevinden zich in privécollecties of reizen rond in tentoonstellingen.

Interessante feitjes:

  • Escher had geen formele wiskundige opleiding, maar zijn werk inspireerde veel wiskundigen.
  • Hij maakte complexe houtgravures en litho's met onmogelijke objecten en oneindige patronen.
  • Zijn werk is vaak gebruikt in boeken, puzzels en posters.

Creatieve opdracht:
Laat leerlingen een eigen "onmogelijke" figuur tekenen, geïnspireerd door Escher. Denk aan een Penrose-driehoek of een trappetje dat oneindig lijkt.

Les 2: Bridget Riley (1931-heden)

Belangrijkste werken:

  • Movement in Squares (1961)
  • Cataract 3 (1967)
  • Fall (1963)

Tijdsvak: Op-art (optische kunst) beweging van de jaren 60.

Waar zijn de werken nu?
Riley's werken worden tentoongesteld in grote musea zoals Tate Modern in Londen en het Museum of Modern Art (MoMA) in New York.

Interessante feitjes:

  • Riley maakt gebruik van herhaling, geometrische patronen en kleurcontrasten om optische effecten te creëren.
  • Haar werken lijken vaak te bewegen, ondanks dat ze volledig statisch zijn.
  • Ze werkte in zwart-wit voordat ze kleur toevoegde in haar latere werk.

Creatieve opdracht:
Laat leerlingen experimenteren met zwart-wit patronen op ruitjespapier om een bewegend effect te creëren.

Les 3: Victor Vasarely (1906-1997)

Belangrijkste werken:

  • Vega-Nor (1969)
  • Zebra (1937)
  • Tridim (1975)

Tijdsvak: Een pionier van de Op-art beweging in de 20e eeuw.

Waar zijn de werken nu?
Veel werken bevinden zich in de Fondation Vasarely in Aix-en-Provence, Frankrijk. Andere zijn te zien in grote musea zoals het Centre Pompidou in Parijs.

Interessante feitjes:

  • Vasarely wordt beschouwd als de "vader van de Op-art".
  • Hij integreerde wetenschap en technologie in zijn kunst.
  • Zijn stijl varieerde van abstracte schilderkunst tot digitale kunstconcepten.

Creatieve opdracht:
Laat leerlingen een werk maken waarin geometrie en kleurgradaties een driedimensionaal effect creëren.

Les 4: Salvador Dalí (1904-1989)

Belangrijkste werken:

  • The Persistence of Memory (1931)
  • The Hallucinogenic Toreador (1968-1970)
  • Swans Reflecting Elephants (1937)

Tijdsvak: Surrealisme in de vroege en midden 20e eeuw.

Waar zijn de werken nu?
Veel werken van Dalí bevinden zich in het Dalí Theatre-Museum in Figueres, Spanje. Anderen zijn te vinden in het MoMA en privécollecties.

Interessante feitjes:

  • Dalí combineerde illusies en dromen in zijn kunst.
  • Hij ontwierp ook meubels, films en zelfs parfumflessen.
  • Zijn excentrieke persoonlijkheid maakte hem even beroemd als zijn kunst.

Creatieve opdracht:
Laat leerlingen een surrealistisch kunstwerk maken waarin een illusie een centrale rol speelt (bijv. spiegelingen, dubbele beelden).

Toets: Eindopdracht

  • Deel 1: Kennistoets (20 punten)

    • Noem één beroemd werk van elk van de vier kunstenaars. (4 punten)
    • Beschrijf de stijl en tijd van twee van de kunstenaars. (4 punten)
    • Leg uit wat optische illusie betekent en geef een voorbeeld. (4 punten)
    • Welke kunstenaar inspireerde jou het meest en waarom? (2 punten)
    • Bonusvraag: Waar kun je een werk van Victor Vasarely bekijken? (2 punten)

  • Deel 2: Creatieve opdracht (20 punten)
    Maak een eigen kunstwerk geïnspireerd door een van de kunstenaars uit deze lessenserie. Beoordeel op originaliteit, techniek en gebruik van optische illusie.